• het conditiekartel, waarbij afspraken worden gemaakt over de te hanteren betalings- en leveringsvoorwaarden;
• het quotakartel, waarbij onderling afspraken worden gemaakt over de te produceren hoeveelheden;
• het gebiedskartel, waarbij onderling de afzetgebieden worden verdeeld;
• het prijskartel, waarbij minimumprijzen worden afgesproken;
• het calculatiekartel, waarbij een bepaald calculatieschema door de partners wordt gehanteerd.
De Mededingswet verbiedt concurrentie beperkende afspraken en misbruik van een economische machtspositie. De duidelijkste vorm van kartelvorming die hiermee verboden wordt is het prijskartel. Een poging om toch afspraken te maken, zonder overduidelijke prijsafspraken te maken, is de vorming van een calculatiekartel. Er wordt enkel afgesproken hoe de kostprijs wordt berekend. Vaak wordt ook afgesproken hoeveel winst er minimaal wordt gecalculeerd. Doordat alleen de systematiek wordt afgesproken komt elk bedrijf wel op een eigen prijs uit. Voor het vaststellen van de systematiek is het belangrijk om ervaringscijfers te hebben. De partners van het kartel delen deze informatie. Nieuwkomers missen deze informatie, waardoor het voor hen moeilijker is om tot de markt toe te treden. Het calculatiekartel is met name effectief in een oligopolie; een markt waarbij een beperkt aantal leveranciers een sterk vergelijkbaar product aanbieden.