Privégebruik auto door dga
Met betrekking tot de door een directeur van een vennootschap, waarvan hij meer dan de helft van de aandelen bezit, jegens die vennootschap verrichte werkzaamheden, gelden soms afwijkende regels inzake het privégebruik van een auto. Vanwege zijn aandeelhouderschap wordt de directeur-grootaandeelhouder in beginsel als ondernemer aangemerkt. Bij de heffing ter zake van het privégebruik van de auto zijn in beginsel drie situaties te onderscheiden:
- De directeur en de vennootschap worden als afzonderlijke ondernemers in de heffing van omzetbelasting betrokken; dat wil zeggen dat de directeur en de vennootschap niet voldoen aan de criteria voor de vorming van een fiscale eenheid en dat zij geen gebruik kunnen of wensen te maken van de goedkeuring om te handelen als ware er sprake van een fiscale eenheid.
- De directeur vormt tezamen met zijn vennootschap een fiscale eenheid.
- De directeur en de vennootschap voldoen niet aan de criteria voor de vorming van een fiscale eenheid, maar maken gebruik van de goedkeuring om te handelen als ware er sprake van een fiscale eenheid.
Daarnaast is van belang de situatie dat de auto van de directeur voor de inkomstenbelasting tot het privé-vermogen wordt gerekend.
Gerelateerd: